“Luste ôk ’n bakske?”

Maandag 3 november 2008. Het is vlak voor den "11/11" in deze tijd denk ik terug aan mijn kindertijd in Brabant. Tijdens mijn tocht door de Kampina bij Oisterwijk had ik al het plan om de reis door Brabant voort te zetten . Vanaf Station Maarn via Utrecht reis ik naar ’s Hertogenbosch, of Den Bosch zoals wij Brabanders de hoofdstad aanduiden.  Het plan was eigenlijk om vanaf Den Bosch naar St.Oedenrode te reizen. Vandaag is de herfst pas goed begonnen. Het regent en ik besluit een mooie tocht door de historische binnenstad te maken, waar het tijdens carnaval niet van komt. St.Oedenrode moet wachten. Ik wandel door de Hinthamerstraat (spreek uit: "hinth’mmerstraat") en langs de St.Janskathedraal (in restauratie)  en het Gemintemuzejum  (permanente tentoonstelling over het Bossche carnaval). Dit laatste is op maandagen gesloten, het zal een andere keer worden. Ik keer terug naar het VVV, waar een aardige jongeman mij helpt aan een boekje getiteld "Brabants Mooiste Woord". Veel uitdrukkingen in het dialect uit Midden-Brabant (mijn geboortegrond) , West- en Oostbrabant zijn erin te vinden. Met een "Houdoe!"neem ik afscheid van hem en besluit het Pelgrimspad te volgen via het Hinthamereinde oostwaarts, via parken en een groot meer,  naar de buitenwijk Orthen en zijn fort. Voldaan keer ik terug op het station, vastbesloten om een andere keer het Pelgrimspad te vervolgen. In La Place staat een heerlijke erwtensoep te wachten voordat ik terug reis naar Utrecht . In de trein blader ik met veel plezier in het boekje met Brabantse woorden.